In My Bosom / Nicole Beutler
Sappho (ca.630 BC – 570 BC) is de eerste bekende dichteres in onze geschiedenis van de poëzie, ook wel de tiende muze genoemd. Sappho’s lyrische gedichten bevatten de oudste bewaard gebleven persoonlijke expressie in de literatuur. De “diepste roerselen van haar ziel” wist zij zeer direct te verwoorden.
In het gedicht wordt er gesproken over het verlangen naar een geliefde. Door het gedicht in gebarentaal te vertalen, worden de lichamelijke emoties die Sappho zo poëtisch omschrijft weer met het lichaam verteld.
In de voorstelling 4: Still Life van choreografe Nicole Beutler staat de werkelijke lichamelijke ontmoeting centraal. Dit gedicht van Sappho’s heeft daarbij als inspiratie gediend.
Mij dunkt, hij moet wel een god gelijk zijn
de man die daar vlak tegenover jou
gezeten is en van dichtbij je lieve
stem kan horen
en hoe verleidelijk je lacht, het laat zo waar
mijn hart overslaan in mijn borst:
en als ik even in je richting kijk, is ‘t net of
m’n stem hapert;
mijn tong verstijft, en hele kleine
vlammetjes zijn onder m’n vel gekropen,
met mijn ogen zie ik niets meer, en mijn
oren suizen.
koud zweet druipt van me af, ik krijg de bibber
over heel m’n lijf; groener dan een grasveld
ben ik; het scheelt geen haar of ik ben dood
mij dunkt …
(vertaling: Guy Debognies)
English:
Peer of the gods, the happiest man I seem
Sitting before thee, rapt at thy sight, hearing
Thy soft laughter and thy voice most gentle,
Speaking so sweetly.
Then in my bosom my heart wildly flutters,
And, when on thee I gaze never so little,
Bereft am I of all power of utterance,
My tongue is useless.
There rushes at once through my flesh tingling fire,
My eyes are deprived of all power of vision,
My ears hear nothing but sounds of winds roaring,
And all is blackness.
Down courses in streams the sweat of emotion,
A dread trembling o’erwhelms me, paler am I
Than dried grass in autumn, and in my madness
Dead I seem almost.